Smartengeld

Smartengeld

Smartengeld

Een overlijden is een droevige gebeurtenis met een grote impact op de nabestaanden. Emotioneel maar ook financieel kan het verlies van een naaste hard aankomen. Voor dat laatste kent de pensioenregeling een smartengeldregeling. Dat betekent dat:

  • Extra kosten als gevolg van het overlijden hieruit bekostigd kunnen worden,
  • De financiële zorg verlicht wordt.

Pensioen Aanvragen
Hoe werkt de smartengeldregeling?

Voor overheidsdienaren en andere deelgenoten

Het APC keert smartengeld uit aan uw nabestaanden als uw overlijden plaatsvond na uw pensionering. Er wordt een overlijdensuitkering verstrekt die gelijk staat aan drie maanden bruto pensioen. Indien het pensioen tevens een duurtetoeslaguitkering kent, bevat het smartengeld tevens een bedrag dat gelijk is aan drie maanden bruto duurtetoeslaguitkering. De ontvanger van dit smartengeld hoeft hierover geen belasting te betalen. Smartengeld komt in de eerste plaats toe aan de achterblijvende huwelijkspartner of partner uit een notariële samenlevingsovereenkomst die bij het fonds was aangemeld. Is er geen huwelijkspartner of partner uit een notariële samenlevingsovereenkomst aanwezig, dan zijn de ongehuwde kinderen of pleegkinderen jonger dan 21 jaar gerechtigd. Zijn ook die niet aanwezig, dan kent de pensioenregeling het smartengeld toe aan overige kinderen, ouders, broers of zusters, mits de overledene de kostwinner voor hen was. Waren er geen betrekkingen zoals hiervoor omschreven, dan kunnen de kosten van de laatste ziekte of de begrafenis met het smartengeld worden gedekt.
Nauwkeurige wettelijke regeling

Nauwkeurige wettelijke regeling

De regeling voor het smartengeld berust op artikel 40 van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren (PLVO). Hierin wordt precies beschreven aan wie het smartengeld door het APC moet worden uitgekeerd. In de eerste plaats is dat de achterblijvende echtgenoot of echtgenote. Is er geen huwelijkspartner aanwezig, dan zijn de ongehuwde kinderen of pleegkinderen jonger dan 21 jaar gerechtigd. Zijn ook die niet aanwezig, dan kent de wet het smartengeld toe aan overige kinderen, ouders, broers of zusters, mits de overledene de kostwinner voor hen was. Waren er geen betrekkingen zoals hiervoor omschreven, dan kunnen kosten van de laatste ziekte of de uitvaart met het smartengeld worden gedekt.